We hebben allemaal wel eens een klein krabbetje gezien op het strand. Een krab is een schaaldier en behoort tot de kreeftachtigen. Het dier heeft een gesegmenteerd lichaam. Dat wil zeggen dat het verdeeld is in kleine onderdelen. Er zijn heel veel krabsoorten en sommige daarvan kun je eten. Je herkent krabvlees op je bord aan de wit met rode stukjes. Omdat krab behoorlijk duur is, is er imitatiekrabvlees op de markt: surimi, ook wel krabsticks genoemd.
Het Japanse woord surimi betekent letterlijk ‘vermalen vis’. Surimi wordt gemaakt van witvis (koolvis, kabeljauw, blauwe wijting en heek) die vermalen is tot een rubberachtige pasta en vermengd wordt met andere ingrediënten zoals kruiden, suiker en smaakstoffen.
In het westen verwijst surimi bijna altijd naar imitatiekrab. In Aziatische landen wordt het woord surimi veel algemener gebruikt. Het is daar meer een bereidingswijze en surimi wordt in Japan en omringende landen in veel verschillende uitvoeringen verkocht. De surimi zoals wij die hier kennen heet daar KaniKama. Soms zitten er stukjes echte krab in, maar meestal niet. We kennen in Nederland trouwens ook surimigarnalen; een soort vlezige nepgamba’s.
Hoe wordt surimi gemaakt
Delen van de witvis, (vaak niet de lekkerste, het zijn meer de restjes) worden eerst vermalen tot pulp en daarna gewassen. Er blijft uiteindelijk een substantie over zonder smaak en geur. Dat surimi (enigszins) naar krab smaakt komt door de smaakstoffen die later worden toegevoegd, zoals suiker, zout, schaal- en schelpdieraroma’s en ve-tsin. Van de vispasta die overblijft worden rolletjes gemaakt, die voorzien worden van een oranje/rood laagje.
Omdat voor surimi die delen van vis worden gebruikt die je nooit zo los zou opeten, noemen ze surimi ook wel de frikadel van de zee. De frikadel wordt immers ook gemaakt van restjes, maar dan van vlees.
Toepassingen surimi
Surimi zit vaak in sushi; liefhebbers daarvan zullen het dan ook zeker kennen. Verder wordt het gebruikt als een goedkope variant van krab in krabsalade. Maar je kunt surimi ook vinden in andere gerechten zoals pasta. In deze jambalaya met zeevruchten zit ook surimi. We delen graag het recept (voor 4 personen):
Ingrediënten:
- 300 gram rijst
- 3 tomaten
- 1 ui
- 2 tenen knoflook
- 1 stengel bleekselderij
- 1 theelepel gerookte paprikapoeder
- 2 eetlepels olie
- 700 ml. visbouillon
- 100 gram chorizo
- 300 gram gemengde zeevruchten, waaronder surimi
- Een paar takjes dille
Zo maak je het:
Snipper de ui, snijd de bleekselderij in stukjes en hak de knoflook fijn. Snijd daarna de chorizo in blokjes. Verhit de olie in een hapjespan en bak ui, knoflook, chorizo en bleekselderij een paar minuten aan. Roer dan de rijst erdoor en bak totdat de korrels een beetje glazig zijn. Voeg de bouillon toe en breng aan de kook. Laat het geheel dan op een laag vuur een minuut of tien garen. Na vijf minuten doe je de zeevruchten erbij. Voeg indien nodig extra bouillon of water toe.
Doe een deel van de gehakte dille door de jambalaya en bestrooi het gerecht met de rest van de dille.