Sinds 1 augustus 2014 is een IBAN nummer nodig voor alle binnen- en buitenlandse betalingen. IBAN staat voor International Bank Account Number. Het IBAN-systeem is ingevoerd om internationale transacties tussen rekeningen en banken gelegen in verschillende landen beter en sneller te laten verlopen. Maar wat houdt een IBAN nu eigenlijk in en hoe is het nummer opgebouwd. Wanneer heb je aan een IBAN voldoende en wanneer heb je nog andere gegevens nodig om geld van de ene rekening naar de andere over te kunnen maken?
Iban betekend International Bank Account Number
Omdat IBAN staat voor International Bank Account Number is, in tegenstelling tot wat we vaak horen, de toevoeging ‘nummer of ‘rekeningnummer’ achter IBAN niet nodig en alleen maar dubbelop. We spreken dus alleen van IBAN. Door de invoering van IBAN zijn alle al bestaande bank- en girorekeningen aangevuld met enkele letters en cijfers. Wil je een bank de opdracht geven om geld over te boeken van de ene naar de andere rekening (zelfs als beide rekeningen aan jou toebehoren, dan is het volledige IBAN verplicht.
Open je een nieuwe bankrekening of wil je overstappen van de ene naar de andere bank, dan ontvang je een nieuw IBAN. Dit komt omdat in je IBAN de verwijzing naar je bank is opgenomen. Je kunt een IBAN dus niet, zoals een mobiel telefoonnummer, meenemen. Naast alle betaalrekeningen heeft ook elke spaarrekening heeft een eigen IBAN.
Uitzondering op IBAN
Een uitzondering op deze regel geldt voor enkele goede doelen, zoals giro 555 van de Samenwerkende Hulporganisaties. Hierbij kan de opdrachtgever volstaan met het korte nummer, dat dan automatisch in IBAN wordt omgezet.
Opbouw van een IBAN
IBAN heeft altijd een zelfde opbouw en bestaat uit een landcode (twee letters), een controlegetal (twee cijfers), een bankcode (vier letter) en een (voor bepaalde landen aangevuld) nationaal rekeningnummer (tien cijfers).
De landcode bestaat uit twee letters (volgens ISO 3166-1) waarbij NL staat voor Nederland). Het controlegetal is een tweecijferig nummer volgens ISO 7064. Dit nummer wordt gevolgd door de bankcode van vier letters; bijvoorbeeld RABO voor Rabobank of ABNA voor ABN-AMRO.
Als laatste volgt je rekeningnummer. Dit nummer is altijd tien cijfers lang. Rekeningnummers die voor 1 augustus 2014 korter waren dan deze tien cijfers, zijn langer gemaakt met voorloopnullen. Een Nederlandse IBAN ziet er daarmee uit als: NL10RABO0123456789. In het buitenland kan een IBAN anders van lengte (langer of korter) zijn. Wel geldt een vaste lengte van het IBAN per land en telt een IBAN maximaal 34 alfanumerieke tekens.
Omwille van leesbaarheid wordt het nummer (conform ISO13616) in groepen van vier tekens geschreven waarbij de laatste groep minder dan vier tekens kan bevatten (voorbeeld: DE05 1002 0500 0003 2873 00).
Iban moet Grensoverschrijdend worden gebruikt
Eerder al was bij wet geregeld dat het IBAN moest worden gebruikt bij grensoverschrijdend Europees betalingsverkeer in euro’s. Hierdoor is bij een transacties (overboeking) het weglaten van het IBAN niet meer mogelijk; banken accepteren een opdracht voor betaling alleen nog als het IBAN is aangegeven.
Het IBAN-systeem wordt inmiddels door alle banken in Europa (behalve Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne) gebruikt. Ook in Israël, Tunesië, Mauritius, Turkije, Saoedi-Arabië en Libanon is het Europese IBAN-systeem overgenomen. Australië en Nieuw-Zeeland maken geen gebruikt van IBAN maar van een SWIFT-code (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication) en een BSB-nummer (Bank State Branch Number) gebruikt.
IBAN en de opbouw controlegetal
Denk je dat het controle getal een willekeurig cijfer is, dan heb je het mis. Achter het getal zit namelijk een weloverwogen opbouw.
Om tot het controlegetal te komen neem je eerst het bankrekeningnummer, bijvoorbeeld 1234567. Bij een Nederlands rekeningnummer voeg je daar de voorloopnullen aan toe zodat het nummer uit tien cijfers bestaat. Je krijgt dan 0001234567. Voor dit nummer zet je de bankcode. Bijvoorbeeld INGB; INGB 0001234567. Hierna zet je de landcode erachter. In ons geval NL; I N G B 0001234567 N L. De letters vervang je door cijfers. Elke letter is twee cijfers gebaseerd op de volgorde in het Latijns alfabet. Beginnen met A=10, B=11 .. Y=34, Z=35. Hierdoor ontstaat het nummer: 18 23 16 11 0001234567 23 21. Voeg twee nullen toe; 18 23 16 11 0001234567 23 21 00 en deel het resultaat door 97 op basis van Modulair rekenen met een modulo van 97. (modulair rekenen is een vorm van geheeltallig rekenen met een getal dat als bovengrens fungeert, de modulus. Een typisch voorbeeld is de klok waarbij met modulo 12 (of modulo 24) gerekend wordt. Dit betekent dat als het 6 uur is, de klok 8 uur later niet op 14, maar op 14 − 12 = 2 uur staat.) In ons voorbeeld is het resultaat dan 78. Bereken 98 minus dit resultaat. (98-78=20). Is het resultaat kleiner dan 10, wordt er een voorloopnul toegevoegd. In ons voorbeeld zal het controlegetal 20 zijn en het IBAN NL20 INGB 0001 2345 67
Voor overboekingen naar het buitenland heb je IBAN nodig
Wil je geld overboeken naar het buitenland, dan heb je naast een IBAN nummer ook een BIC nodig. Het IBAN verwijst daarbij naar het rekeningnummer van de ontvanger en de BIC verwijst naar een bepaalde bank.
Verschil tussen IBAN en BIC
In banktermen wordt gesproken over IBAN nummers en BIC codes. BIC staat voor Business Identifier Code. Beide behoren bij het betalingsverkeer en zijn gekoppeld aan een bank maar dus wel heel verschillend van elkaar. In tegenstelling tot de IBAN (die aan een rekeningnummer gekoppeld is) verwijst de BIC alleen naar een bank. Een BIC heb je nodig wanneer je een buitenlandse betaling wilt doen. BIC (Bank Identificatie Code) is wat vroeger de SWIFT-code werd genoemd. Deze code zorgt ervoor dat je betaling bij de juiste bank aankomt. Een BIC is dus alleen nodig voor betalingen aan het buitenland. Voor binnenlandse betalingen heb je geen BIC nodig en is een IBAN voldoende.
Een BIC is anders opgebouwd dan een IBAN. Een BIC bestaat uit een bankcode, landcode en locatiecode. Officieel hoort er nog een branchecode bij, maar deze wordt vaak, omdat de aanvulling niet verplicht is, vervangen door XXX. Door dat er een bankcode en eventueel een locatiecode toegevoegd wordt en geen apart rekeningnummer, is een BIC dan ook korter. Een voorbeeld van een BIC-code is RABONL2UXXX. BIC is in alle SEPA-landen hetzelfde opgebouwd.
Ontvang je een factuur/rekening van een buitenlandse leverancier, dan zal de BIC meestal op de factuur vermeld staan. BIC-codes zijn overigens ook op te vragen bij de bank of via internet.