Wat is erfelijkheid en mutaties bij knaagdieren en konijnen

26 sep 2023 | Dieren

Mutaties die bij knaagdieren en konijnen voorkomen zijn vaak erfelijk. In eerste instantie gaat het om een ‘foutje’ in het delen en splitsen van het DNA. Wanneer dit foutje voorkomt bij een dier dat de mutatie overleeft, kan dit gemuteerde dier de hernieuwde genetische code doorgeven aan zijn nakomelingen. Resultaat: een deel van de nakomelingen van dit dier heeft de betreffende mutatie ook en zal dit ook weer doorgeven aan zijn of haar nakomelingen. Er komen dan steeds meer dieren met dezelfde mutatie, waardoor de soort langzaam kan veranderen. Maar welke mutaties komen ervoor bij konijnen en knaagdieren en zijn al deze mutaties wel even nuttig?

 

Wat is mutatie?

Konijnen en knaagdieren die wij als huisdier houden, komen voor in talrijke vachtvarianten, kleuren en kleurpatronen. De voorouders van deze knaagdieren en konijnen kwamen slechts in één of twee kleuren voor en hadden die grote diversiteit en verschijningsvormen die wij vandaag de dag kennen helemaal niet. De huisdieren met witte vlekken, lange beharing en/of bijzondere kleurpatronen of andere lichaamsproporties zijn over het algemeen het gevolg van mutaties.

Een mutatie is een spontaan optredende verandering van het erfelijk materiaal. Mutaties zijn een natuurlijk fenomeen dat al bestaat sinds het ontstaan van de eerste levensvormen. Het komt voor bij alle dieren, maar ook bij mensen en planten komen mutaties voor. Mutaties kunnen verschillende uitwerkingen hebben. Zo kan er plots een dier geboren worden met een kale huid, een afwijkende vachtkleur, pootjes die extra lang of juist extra kort zijn, maar ook kunnen dieren zonder ogen geboren worden of hebben ze extreem grote oren. Mutaties kunnen naast uiterlijke kenmerken ook betrekking hebben op zaken die we van buitenaf niet kunnen zien. Hierbij kan je denken aan bijvoorbeeld ligging van de bloedvaten, herseninhoud of enzymen die de spijsvertering ondersteunen.

Simpel gezegd is een mutatie een speling van de natuur, maar een mutatie kan ook opgewekt worden door bijvoorbeeld blootstelling aan radioactieve straling. Mutaties zijn altijd erfelijk, en dat houdt in dat een percentage van de nakomelingen van het gemuteerde dier dezelfde afwijkende eigenschappen heeft als de vader of moeder.

 

Waarom mutaties nuttig zijn bij knaagdieren en konijnen

Mutaties lijken misschien zinloos, maar hebben eigenlijk een heel belangrijk doel. Mutaties stellen de soort (mens, dier, plant) namelijk in staat om te overleven. Stel jezelf een groep hamsters voor die op een rotsachtige bodem leeft. De hamsters hebben een grijsblauwe kleur, dezelfde kleur als de rotsen. Zo vallen ze niet op voor roofdieren. Waren de hamsters rood geweest dan waren ze zeer goed te zien voor roofdieren. Deze grijsblauwe vachtkleur bij de hamsters is een schutkleur, een kleur die opgaat in de omgeving. De schutkleur stelt de hamsters in staat om te overleven.

Het kan ook zijn dat er in die rotsachtige omgeving een hamstertje geboren wordt met een mutatie. Zo kan het hamstertje een beige kleur hebben, en heeft in die omgeving haast geen overlevingskansen. Het dier is vaak al opgegeten door roofdieren, nog voordat hij zich heeft kunnen voortplanten en zijn beige kleur heeft kunnen doorgeven aan zijn nakomelingen. De mutatie in vachtkleur was niet nuttig en voegde niets toe aan de overleving van de soort.

Maar was dat beige hamstertje, samen met zijn blauwgrijze familie, gedwongen om ergens anders te wonen, bijvoorbeeld in een woestijngebied, dan zou zijn vachtkleur als schutkleur dienen in de woestijn, en werden alle grijsblauwe hamsters in die woestijnomgeving razendsnel gespot door roofdieren. Het beige hamstertje is door de verhuizing opeens prima in staat te overleven, in tegenstelling tot zijn soortgenoten. Dit hamstertje kan zich voortplanten, en een deel van de nakomelingen wordt ook beige – op den duur worden alle hamstertjes die in die omgeving geboren worden, geboren met een beige vachtkleur.

Mutaties kunnen dus in het voordeel van een dier of diersoort werken, maar zijn in de meeste gevallen volstrekt zinloos. Een mutatie is een trucje van moeder natuur, een kanskaart, die heel erg soms een goede zet bleek te zijn (het beige hamstertje in het woestijngebied), maar vaker komt een mutatie voor terwijl het geen enkele nut heeft voor het voortbestaan van de soort (het beige hamstertje tussen de grijze rotsen).

Alleen als een mutatie een eigenschap heeft opgeleverd waardoor deze in het voordeel is ten opzichte van soortgenoten, zal een mutatie de soort helpen om de soort in stand te houden, alhoewel in een iets gewijzigde vorm.

 

Mutaties bij de hedendaagse fokkerij

Dieren die als huisdier gehouden worden, zoals konijnen en knaagdieren, hebben geen vijanden. Wanneer er een diertje wordt geboren met een mutatie, zal hij niet worden opgegeten door roofdieren omdat hij meer opvalt in de omgeving, of zal hij sneller in de problemen komen omdat hij kaal is of een langere vacht heeft. Op het moment dat een gemuteerd dier in gevangenschap geboren wordt dat sterk afwijkt van ouders en voorouders, kan dit dier zich ongehinderd voortplanten – als de eigenaar natuurlijk besluit ermee te fokken.

Mensen zijn altijd al zo ingesteld dat ze gefascineerd zijn door dingen die anders zijn dan anders. Een konijn of een knaagdier met een speciale kleur vacht zal zeker de interesse wekken van de mens. Daarom wordt er in de fokkerij van konijnen en knaagdieren vaak gefokt met dieren die gemuteerd zijn, juist omdat ze anders zijn. Door de dieren met een speciale kleur, een apart type vacht, hangoren of andere unieke kenmerken continu met elkaar te kruisen, ontstaat er in de loop van de tijd een nieuw ras. Op deze manier is de mens al eeuwenlang bezig met het ontwikkelen van diverse konijnenrassen en soorten knaagdieren. Je kan bijvoorbeeld denken aan konijnenrassen als de Rex, Satijnen Franse hangoor maar voor knaagdieren kan je ook de tamme ratten zonder staart rekenen tot de knaagdieren die ontstaan zijn uit een mutatie, of bijvoorbeeld de kale tamme ratten.

Omdat mutaties altijd voorkomen, worden er nu ook nog steeds mutanten geboren bij knaagdieren en konijnen, waardoor er nog steeds nieuwe kleuren ontstaan, andere vachttypen enzovoort.

 

Selectie van dieren

Niet alleen mutaties kunnen een nieuw ras of nieuwe kleurvariant doen ontstaan. De mens kan streng selecteren op bepaalde eigenschappen van een dier, en daardoor de eigenschappen van een dier langzaam maar zeker doen veranderen en zodoende nieuwe rassen ‘maken’. Zo is de hangoordwerg ontstaan door te kruisen met hangoren en dwergkonijnen. De Belgische haas is bijvoorbeeld ook door selectie ontstaan: door dieren met de meest gestroomlijnde en ranke bouw te selecteren voor de fok, is het ras vooral qua lichaamsbouw afwijkend ten opzichte van de al bestaande konijnenrassen.

Bij cavia’s hebben fokkers bijvoorbeeld dieren met satijnbeharing en rexbeharing gekruist. Daardoor lopen er nu cavia’s rond die zowel rexhaar als satijnbeharing hebben. Ook het combineren van kleuren geeft mogelijkheden. Zo kunnen er nieuwe kleuren ontstaan, maar ook bepaalde kleurpatronen of tekeningen die nog niet bekend waren of bij een bepaald ras nog niet voorkwamen.