De welsumerkriel is een mooi krielkipje om te zien met een gewicht van 900 tot 1200 gram. Hennen van dit ras staan bekend als zeer goede legsters van zo’n 180 eieren per jaar met een behoorlijk fors gewicht van vaak 50 gram of meer. Broedsheid komt bij deze dieren in mindere mate voor. Qua karakter zijn ze erg lief, nieuwsgierig en levendig. Welsumerkrielen kunnen zonder al te veel moeite tam gemaakt worden, maar vooral jonge hanen kunnen onderling redelijk agressief reageren naar elkaar.
Andere benamingen
De welsumerkriel staat ook bekend onder de volgende namen:
- Welsumer bantam
- Kriel welsumer
Land van herkomst
De welsumerkriel kent zijn oorsprong zowel in Duitsland als in Engeland.
Geschiedenis
De welsumerkriel is ontwikkeld in de jaren 30 en 40 van de twintigste eeuw. Het ras is in zowel Duitsland als Engeland gefokt, en het uitgangsmateriaal om het ras mee te creëren verschilt per land. Wel werd er in beide landen gebruik gemaakt van te klein gebleven grote welsumers.
De Engelsen gebruikten naast de welsumer ook nog Rhode Island-krielen in de rode kleurslag en Oud-Engelse vechtkrielen met de kleurslag patrijs. In Duitsland gebruikten fokkers eveneens Rhode Island-krielen in de rode kleurslag, maar dan in combinatie met wyandottekrielen.
Vanaf het jaar 1950 wordt de welsumerkriel ook in Nederland gehouden en gefokt en wordt het gezien als een gemiddeld populair ras.
Uiterlijk
Kijk je naar de welsumerkriel dan zie je een redelijk fors gebouwd krielkipje met een middellange romp en een brede, diepe en goed geronde borst. Hennen van dit ras hebben een vol en diep achterlijf, één van de kenmerken van een goede legster. De staart wordt bij dit ras vrij hoog gedragen, hennen dragen de staart bovendien ietwat samengevouwen. Hanen hebben een staart die mooi versierd is met brede en goed gebogen sikkels.
De kam bovenop de kop van de welsumerkriel is niet al te groot. Oorlellen moeten een mooi rode kleur hebben, de looppoten zijn mooi geel. Bij hennen die goed leggen is de ervaring dat de beenkleur in de loop van het legseizoen bleker en lichter wordt. De ogen van een welsumerkriel zijn levendig en oranjerood.
Hanen van dit ras hebben een gewicht van 1100 tot 1200 gram, hennen wegen wat minder met een gemiddeld gewicht van 900 tot 1000 gram.
Kleuren
Oorspronkelijk is de welsumerkriel gefokt in de kleurslag roodpatrijs. In de jaren daarna zijn er nog een paar kleurslagen bijgekomen, namelijk:
- Geelpatrijs
- Zilverpatrijs
- Blauwroodpatrijs
- Isabelroodpatrijs
Karakter
Welsumerkrielen staan bekend als beweeglijke en levendige kipjes die zeker niet schuw zijn. Met een beetje inzet van de verzorger kan de welsumerkriel goed tam worden. De welsumerkriel kan goed vliegen en doet dit dan ook. Wanneer de dieren de vrije uitloop wordt gegeven, is het dan ook aan te raden het gebied te omheinen met een hek van minimaal 1,80 meter hoog. Wilt u er zeker van zijn dat de kippen niet wegvliegen, kunt u ze beter in een afgesloten ren houden.
Welsumerkrielen zijn krielkipjes die erg actief zijn en zich snel vervelen. Zorg er dus altijd voor dat de dieren voldoende afleiding hebben, anders is de kans groot dat ze bij elkaar en bij zichzelf gaan verenpikken of ander negatief gedrag gaan ontwikkelen.
Jonge hanen kunnen onderling vechten. Om deze gevechten nog een tijd in te dammen, kan er besloten worden een volwassen haan met natuurlijk overwicht tussen geplaatst worden.
Broedsheid en eieren
De welsumerkriel staat bekend om zijn relatief grote eieren van 45 tot 50 gram per stuk. Soms zijn de eieren zelfs nog zwaarder. Hennen leggen zo’n 180 eieren per jaar met een donkerbruine eischaal. Broedsheid komt bij dit ras in mindere mate voor. Wanneer de hennen wel broeds zijn, dan voeren zij hun taak naar behoren uit.
Gebruiksmogelijkheden
In eerste instantie is de welsumerkriel een legras, maar kan ook zeker gehouden worden als sierras.
Grote welsumer
De welsumerkriel heeft ook een grote broer, namelijk de welsumer.