TIA is de afkorting voor Transient Ischaemic Attack. Bij een TIA is er een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen waardoor er even minder bloedtoevoer in de slagaderen van de hersenen is. Deze afsluiting wordt veroorzaakt door een bloedprop die weer oplost. Meestal duren de symptomen korter dan 30 minuten (soms maar een paar minuten) maar officieel kunnen ze wel 24 uur duren.
Omdat de symptomen kort aanhouden, komt het voor dat een TIA wordt gezien als een lichte beroerte. Bij een TIA zijn er, omdat het een tijdelijke blokkering is, meestal geen blijvende gevolgen. Toch is een TIA wel een belangrijk waarschuwing omdat het een voorbode kan zijn van een herseninfarct waarbij wel blijvende hersenschade het gevolg is. Ook al heeft een TIA dus geen gevolgen, het is belangrijk om altijd direct medische hulp in te schakelen.
Wat gebeurt er bij een TIA?
Onze hersenen krijgen zuurstof via twee halsslagaders aan de voorkant van je hals en twee wervelslagaders aan de achterkant van je nek. Bij een TIA is de oorzaak meestal een slechte kwaliteit van de bloedvaten. Hierbij kan bijvoorbeeld de binnenwand van de slagader kan beschadigd zijn. Door zo’n beschadigd plekje gaan bloedplaatjes, die zorgen voor bloedstolling, en vetten samenklonteren. Dit noemen we plaque. Het proces van dit samenklonteren en verslechterende toestand van de bloedvaten noemenweslagaderverkalking of atherosclerose.
Bij een TIA laat zo’n klein stukje van deze plaque (een stolsel) los. Omdat er maar een klein stukje los laat, betekent dit dus dat het overige deel van plaque er nog zit. Het kleine stukje wordt in de bloedstroom meegevoerd tot het ergens in de hersenen in een van de kleine bloedvaten vastloopt het de doorstroom blokkeert. We spreken dan van een embolie. Door de blokkering wordt het achterliggende hersengebied even niet voorzien van zuurstof waardoor het niet kan functioneren. Hierdoor treden de symptomen, ook wel uitvalverschijnselen genoemd op.
Een TIA kan ook veroorzaakt worden door de dichtgeslibde slagader zelf. Hierbij zit dan op de beschadigde binnenwand van het bloedvat een bloedstolsel dat de bloedtoevoer blokkeert. Dit noemen we een trombose. Als laatste kan een TIA ontstaan als gevolg van hartproblemen zoals bij boezemfibrilleren. Hierbij kunnen bloedpropjes in het hart ontstaan die door kunnen schieten naar de bloedvaten van de hersenen en zo een TIA veroorzaken.
Symptomen
Van de symptomen van een TIA kun je erg schrikken. Ze zijn vaak plotseling en duren vaak maar enkele minuten. De symptomen kunnen verschillend van elkaar zijn maar treden wel gelijktijdig op. Wat de symptomen zijn, is afhankelijk van waar in de hersenen de bloeddoorstroom even geblokkeerd wordt. Als de klachten niet verdwijnen, spreken we niet meer van een TIA maar van een beroerte.
Een TIA kan meerdere keren achter elkaar voorkomen. Als de stolsels dezelfde weg volgen, kan het zijn dat ze op dezelfde plek blokkeren en de verschijnselen vergelijkbaar zijn aan elkaar. Maar de bloedstolsels kunnen ook op een andere plek in de hersenslagaders vastlopen. De symptomen of uitvalverschijnselen kunnen dan anders zijn dan bij de eerdere TIA of TIA’s.
De belangrijkste signalen
De belangrijkste 3 signalen van een TIA zijn: een scheve mond, verwarde spraak en een verlamde arm. Deze signalen kunnen echter wijzen op zowel een TIA, herseninfarct als een hersenbloeding Het enige verschil is dat bij een TIA de verschijnselen tijdelijk zijn en er snel volledig herstel optreedt. Toch is het belangrijk om bij de signalen en een mogelijke TIA altijd direct 112 te bellen.
Andere mogelijke symptomen zijn:
- Blindheid van één of beide ogen, of dubbel zien
- Wartaal uitspreken, niet uit de woorden komen, taal niet begrijpen of onduidelijk spreken (alsof iemand dronken is)
- Een spierverlamming aan één lichaamszijde, zoals een arm of een been niet meer kunnen optillen
- Tintelingen, gevoelsverlies aan één lichaamszijde
- Verstoorde coördinatie, evenwichtsverlies, draaiduizeligheid
Vastellen van een TIA
Denk je dat er sprake was van een TIA, dan is het belangrijk om altijd alsnog een huisarts in te schakelen. Omdat de symptomen kort duren moet een TIA in de meeste gevallen dus achteraf vastgesteld worden. Hierbij beoordeelt de huisarts in eerste instantie op basis van de beschrijving van de gebeurtenis door de patiënt of er mogelijk sprake is van een TIA. Is dit het geval, dan wordt de patiënt doorverwezen en vindt er aanvullende onderzoek plaats zoals bloedonderzoek, een echo of een hersenscan. Met een echo en een scan kunnen de slagaders bekeken worden en kan gezocht worden naar de oorzaak van de TIA. Ook kan uitgesloten worden of het mogelijk toch om een herseninfarct of een hersenbloeding gaat. Dit is belangrijk omdat er dan een andere behandeling nodig is.
Behandeling
Bij de behandeling worden de factoren die de kans op een TIA vergroten zoals een hoog cholesterolgehalte, hoge bloeddruk, hartziekten, diabetes, een gevorderde leeftijd en een ongezonde leefstijl zoals roken altijd meegenomen en waar mogelijk aangepakt. Dit alles met als doel het voorkómen van een beroerte. Hierbij kunnen, indien nodig, ook medicijnen, een operatie en gezonde leefregels worden ingezet.
Medicijnen
Bij het inzetten van medicijnen gaat het meestal om het samenklonteren van de bloedplaatjes af te remmen. Daarnaast worden meestal medicijnen voorgeschreven om de bloeddruk en het cholesterolgehalte te verlagen. Denk hierbij aan; antistollingsmiddelen of bloedplaatjesremmers, cholesterolverlagers en/of bloeddrukverlagers. Deze medicijnen worden ook voorgeschreven bij een herseninfarct.
Operatie
Als het bloedvat voor een groot gedeelte door plaque afgesloten is, kan een operatie overwogen worden. Hierbij wordt de beschadigde en dichtgeslibde plek schoongekrabd of vervangen door een stent (een kunststof buisje).
Leefregels
Gezond leven is de beste preventie om een beroerte te voorkomen. Hier kun je dus zelf actief aan bijdragen. Je cholesterolgehalte hangt bijvoorbeeld samen met de kwaliteit van de voeding. Maar ook roken, alcohol en dergelijke hebben gevolgen voor je de kwaliteit van je aderen.
Zo heb je een positieve invloed op de kwaliteit van de (slag)aders:
- Rook niet.
- Eet gezond; per dag onder meer 200 gram groente en twee stuks fruit.
- Let op met vet eten: eet zo weinig mogelijk verzadigde vetten (denk aan gebak, koekjes, gewone margarine) en eet meer onverzadigde vetten (uit noten, vis, plantaardige olie).
- Wees matig zijn met alcohol: drink maximaal twee glazen per dag.
- Beweeg en ontspan voldoende.
- Ga overgewicht tegen.