Wat is een degoe

25 sep 2023 | Dieren

De degoe is een leuk knaagdiertje dat nog niet zo heel lang als huisdier gehouden wordt. De dieren komen tot nu toe alleen voor in de wildkleur, af en toe met een wit vlekje op hun vacht. Uniek voor dit knaagdiertje is dat de gedomesticeerde variant kleiner is dan de wilde degoe, wat normaal gesproken andersom zou zijn. De degoe is erg vriendelijk en nieuwsgierig, en goed tam te maken met weinig moeite en inzet van de verzorger. Er bestaat speciaal voer voor degoe’s, maar dit is niet altijd overal verkrijgbaar. Wanneer je hier niet aan kan komen, kan je ook gewoon cavia- of knaagdierenvoer aan de degoe geven, af en toe verrijkt met een stukje groente of fruit.

Land van herkomst

De degoe komt oorspronkelijk uit het Andesgebergte in Chili (Zuid-Amerika).

Geschiedenis

De degoe is een knaagdiersoort dat afkomstig is uit het Andesgebergte in Chili, te Zuid-Amerika. Degoe’s zijn vriendelijke diertjes die in grote groepen op de rotsen leven. In het midden van de achttiende eeuw werden de diertjes voor het eerst door Europeanen ontdekt. In die periode dacht men dat het ging om een eekhoornachtige, en zo werden ze door wetenschappers ook ingedeeld. Pas later kwam men erachter dat de degoe geen eekhoornachtige was, maar een diertje dat nauw verwant is aan een ander Zuid-Amerikaans knaagdier: de cavia.

Kort nadat de degoe ontdekt werd, werd het dier al via schepen naar Europa geïmporteerd en daar gehouden door diverse dierentuinen op het Europese vasteland. Zo ongeveer halverwege de twintigste eeuw werd de degoe op grote schaal gehouden in laboratoria, waar onderzoek werd gedaan naar het sociale gedrag van de degoe, maar werden de dieren eveneens gebruikt voor medische doeleinden.

De degoe is als huisdier nog erg jong, pas aan het eind van de twintigste eeuw raakte de degoe in trek als huisdier, en anno 2020 komt de degoe steeds meer in de belangstelling te staan als huisdier en wint hij aan populariteit. Het nieuwsgierige en vriendelijke karakter en zijn grappige manier van doen maakt dat de degoe een geliefd huisdier is geworden over heel de wereld.

Uiterlijk

De degoe is een knaagdier dat een leeftijd van 5 tot 8 jaar kan bereiken. Typerend voor de degoe is dat de wilde degoe in Chili veel groter is dan de gedomesticeerde degoe die als huisdier gehouden wordt. Dit is erg uniek, omdat het bij de meeste diersoorten, waaronder ook knaagdieren – en de meeste hamsters – juist andersom is: daar wordt de gedomesticeerde variant veel groter dan de wilde tegenhanger. De reden dat dit bij de degoe niet het geval is, heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met de grote mate van inteelt. De huidige stammen degoe’s die als huisdier worden gehouden, zijn allemaal familie van elkaar.

Wilde degoe’s zijn (inclusief staart) 40 centimeter of langer en hebben een gewicht van zo’n 200 tot 300 gram. De gedomesticeerde degoe die als huisdier wordt gehouden, is altijd kleiner en ook het gewicht van deze diertjes is vaak lager dan dat van hun wilde tegenhanger.

Vacht en kleuren

De degoe heeft een korte vacht die zich qua dikte aanpast aan de omstandigheden. Zo zal het dier in een koudere omgeving een dikkere vacht hebben dan een dier dat altijd in een verwarmde woonkamer verblijft. Anno 2020 is de degoe alleen in de zogenaamde wildkleur bekend, welke kleur hij heeft geërfd van zijn wilde familielid. Soms worden er dieren geboren met een wit vlekje, een verschijnsel dat in principe alleen bij gedomesticeerde dieren wordt waargenomen en die lang genoeg in leven kunnen blijven om voor nageslacht te zorgen. Dit komt omdat wilde degoe’s met een witte vlek op hun vacht een zichtbaarder doelwit zijn dan dieren die volledig de wildkleur hebben.

De wildkleur bij degoe’s bestaat uit een bruingrijze grondkleur en haartoppen met een zwarte ticking. De ogen zijn altijd donkerbruin. De staart is geheel behaard en heeft vaak dezelfde kleur als de rest van het lichaam.

Gedrag en karakter

De degoe is een knaagdier dat erg sociaal is en vaak in grote groepen leeft. In het wild leeft de degoe in grote groepen op de rotsen, waar ze graag klimmen en klauteren. Om te communiceren maken degoes piepgeluidjes en gromgeluidjes. Kenmerkend voor de degoe is – in tegenstelling tot de meeste knaagdiersoorten – dat ze dagactief zijn. Wanneer de schemering valt trekken ze zich terug in hun holen. Halverwege de dag worden degoe’s wat rustiger, om tegen het einde van de dag weer wat actiever te worden.

Degoe’s worden in gevangenschap vaak solitair gehouden, wat echter niet goed is voor de psychische gesteldheid van de degoe, omdat ze het beste functioneren als ze samenleven met één of meer soortgenoten. Wanneer de degoe toch alleen gehouden wordt, heeft het dier minstens een uur lang menselijke aandacht per dag nodig.

Vrouwtjes gaan vaak goed met elkaar om, ook als ze elkaar niet kennen. Wanneer mannetjes bij elkaar geïntroduceerd worden, is de nodige voorzichtigheid geboden. Zorg ervoor dat de dieren voldoende ruimte hebben en mogelijkheden om elkaar uit de weg te gaan of om zich te verschuilen.

Dit knaagdiertje is erg actief en hij houdt ervan om te klimmen en te klauteren. Ook hebben ze een erg nieuwsgierig karakter en zijn ze erg geïnteresseerd in de dingen die om hen heen gebeuren. Het komt maar zelden voor dat een degoe zijn verzorger bijt, wanneer ze wel bijten zal dit vooral zijn omdat ze zich bedreigd voelen, of erg geschrokken zijn (bijvoorbeeld als je hem aanraakt wanneer hij ligt te slapen). De degoe is erg vertrouwelijk en kan al snel tam gemaakt worden wanneer de verzorger hier een beetje tijd in steekt.

Huisvesting

Als je van plan bent een of meerdere degoe’s aan te schaffen, kan je deze het beste houden in een grote glazen bak. De bovenkant van de bak moet met stevig gaas zijn afgedekt, omdat degoe’s meesters zijn in het ontsnappen. De diertjes kunnen ook goed knagen, en ze kunnen zelfs door hard plastic heen bijten die speciaal voor knaagdieren is ontworpen. De bodem van de kooi kan het beste met houtkrullen bekleed worden. De krullen moeten stofvrij zijn, omdat de degoe al snel een longontsteking kan ontwikkelen wanneer er te veel stof in de bodembedekking aanwezig is. Ook houtkrullen van dennenbomen worden afgeraden, omdat er in dit hout stoffen zitten die de luchtwegen ook kunnen prikkelen.

De degoe is een verwoede klimmer, daarom is het belangrijk ervoor te zorgen dat er genoeg klimmogelijkheden zijn voor de degoe. Zo kan je diverse takken plaatsen en andere klimmogelijkheden. Doordat ze graag klimmen moet de kooi ook redelijk hoog zijn. De hoogte van de kooi moet minimaal 40 tot 50 cm hoog zijn. Ook moet de degoe de kans krijgen het gebit goed en intensief te gebruiken, omdat de voortanden anders te ver doorgroeien. Je kan ze voldoende knaagmogelijkheden geven door wilgentakjes of takken van fruitbomen in de kooi te plaatsen. Verder is het nog van belang dat er een bak met chinchilla-zand geplaatst wordt in de kooi, omdat ook de degoe graag hierin rolt om zijn vacht goed te onderhouden en glanzend te houden. Als laatste dient er sowieso nog een nestkastje aanwezig te zijn, of een doosje, wat door de degoe als slaapplaats gebruikt kan worden.

Voedsel

De degoe is een typisch knaagdier dat leeft van granen, grassen en zaden. In de vrije natuur eten ze verder alles wat eetbaar en voorhanden is. In de dierenwinkel kan je speciaal voer voor degoe’s kopen, alhoewel dit nog niet in alle dierenwinkels verkrijgbaar is. De meer gespecialiseerde winkels verkopen wel degoevoer, en ook op internet kan je dit voer vaak bestellen. Wanneer je geen mogelijkheid hebt om degoevoer te kopen, kan je ook cavia- of knaagdierenvoer aan jouw degoe’s geven.

Naast standaard knaagdier- of degoevoer houdt de degoe ervan om af en toe een stukje fruit of groente te eten. Maar hou er rekening mee dat je hier niet te veel van geeft, omdat dit voor darmproblemen kan zorgen die zeer ernstig kunnen worden. De degoe die als huisdier wordt gehouden krijgt vaak te veel en te calorierijk eten, waardoor de dieren snel vervetten. Dit overgewicht zorgt op zijn beurt weer voor suikerziekte, een ongeneeslijke aandoening waar degoes helaas erg bevattelijk voor zijn. Daarom moet je de degoe ook niet te veel verwennen: dit is schadelijk voor zijn gezondheid.

Net als alle andere knaagdieren, moet de degoe altijd de beschikking hebben over hooi, omdat het vezelrijk is en zorgt voor een goede spijsvertering van de dieren. Ook moet de degoe altijd vers drinkwater tot zijn beschikking hebben, wat het best gegeven kan worden in een glazen drinkflesje.

Voortplanting

Bij de degoe kan je goed het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes zien door naar de afstand tussen anus en geslachtsopening te kijken. Bij mannetjes is deze afstand namelijk veel groter dan bij de vrouwtjes. Ook is bij geslachtsrijpe mannetjes het scrotum goed zichtbaar.

Vrouwtjes zijn geslachtsrijp met een leeftijd van ongeveer 12 weken. Maar het beste is om te wachten met voortplanten tot de dieren ongeveer vijf maanden oud zijn. Is het degoevrouwtje drie of vier maanden als ze gedekt wordt, ze is dan nog onvoldoende ontwikkeld om een nest jongen te dragen en deze groot te brengen.

Vrouwtjes hebben een cyclus van twee tot drie weken, waardoor ze eens in de twee of drie weken vruchtbaar is. De dracht duurt ongeveer 90 dagen, wat voor een knaagdier aan de lange kant is. Gemiddeld genomen bestaat een nest aan 5 jongen, maar er zijn gevallen bekend waarbij nesten uit 10 jongen bestonden. De reden dat de dracht zo lang duurt in vergelijking met andere knagers, is omdat de degoejongen bij de geboorte al helemaal af zijn. Ze hebben een pels, de ogen zijn open en ze kunnen ook al aardig rondlopen. Dit in tegenstelling tot andere knaagdieren, waar de jongen vaak blind en kaal ter wereld komen, en ze nog helemaal hulpeloos zijn. Als de jongen een paar weken oud zijn, beginnen ze ook van het voer te eten wat hun ouders ook eten, maar ze hebben in die periode de moedermelk ook nog hard nodig.

Wanneer het jong vijf of zes weken oud is, drinkt het jong niet meer bij de moeder, maar het is nog te jong om helemaal voor zichzelf te zorgen. Wanneer hij acht weken oud is, kan hij verhuizen naar een nieuw baasje, omdat hij dan volledig zelfstandig kan overleven zonder dat hij hulp van zijn moeder nodig heeft.

Omgang met de degoe

Als je een degoe als huisdier hebt, heb je een diertje in handen dat vrij eenvoudig tam te maken is. Het dier is van nature erg nieuwsgierig en de nieuwsgierigheid wint het bovendien meestal van de voorzichtigheid die knaagdier eigen is. Wanneer je degoe’s regelmatig uit je hand laat eten, zeker wanneer dit erg verleidelijke of lekkere hapjes zijn, zal hij al snel aan de eigenaar gaan wennen en makkelijk tam worden.

De meeste degoe’s kunnen makkelijk opgepakt of geaaid worden, maar er moet wel rekening mee gehouden worden dat ze niet zo tam en aanhankelijk worden als bijvoorbeeld de cavia, dit komt vooral omdat de degoe erg beweeglijk is en geen rust heeft om lang stil te blijven zitten in de handen van de verzorger.

Verzorging

De degoe is tamelijk zindelijk, en heeft bovendien weinig verzorging nodig. De dieren zijn prima in staat om zichzelf in een goede conditie te houden. De kooi wordt verschoond als dat nodig is, vaak is dit één tot twee keer per week. De frequentie die je moet aanhouden is afhankelijk van de grootte van het verblijf en de hoeveelheid dieren die op die oppervlakte gehouden worden. Ook hebben degoe’s vaak een of twee hoekjes in het verblijf uitgekozen welke ze als toilet gebruiken, deze hoekjes kan je wat vaker verschonen dan de rest van de kooi.