Wat is modaal inkomen

1 dec 2020 | Financiën

Wat is modaal inkomen

Bij de term “modaal inkomen” is “modaal” afgeleid van het begrip modus en statistiek. Modaal mag dan wel afgeleid zijn van het begrip modus in de statistiek, maar met de term modaal inkomen wordt niet bedoeld het meest voorkomende inkomen. Het modaal inkomen wordt elk jaar vastgesteld door het Centraal Planbureau (CPB) op grond van historische gegevens. Dit betekent dat het modaal inkomen elk jaar anders is. Tot 2013 werd het modaal inkomen gedefinieerd als het inkomen net onder de vroegere maximale premie-inkomensgrens voor de Zorgverzekeringswet (Zvw).  

Referentiepunt modaal inkomen

In Nederland wordt het modaal inkomen ook gebruikt als referentiepunt voor de bepaling van inkomenseffecten van maatregelen door de overheid. Het CPB gebruikt het begrip als referentiepunt in veel van zijn publicaties. Hierdoor kun je termen tegenkomen als ‘boven modaal’, ‘onder modaal’, ‘1.5x modaal’ of ‘2x modaal’ wat dus niet meer betekent dan onder dit vastgestelde inkomen, erboven of x maal het vastgestelde (modale) inkomen. 

Jan Modaal iemand met een modaal inkomen

De (bij)naam Jan Modaal is voortgekomen uit dit begrip. Jan Modaal wordt gebruikt om iemand met een modaal inkomen mee aan te duiden. Vaak met de bijbetekenis van “middelmatige” of de “gewone” man. Ook in de politiek de term ‘Jan Modaal’ veel gebruikt en dan om aan te duiden of bepaalde politieke maatregelen een (negatief) effect op de koopkracht van Jan Modaal. Als dit het geval is, dan wordt er over het algemeen actie ondernomen om de maatregelen aan te passen. 

Jan Modaal is geboren tijdens het kabinet De Jong in 1968. Dit kwam doordat het CPB met berekeningen toen komen om aan te geven welke effecten het financiële beleid zou hebben op de inkomens. Bij deze rekenmodellen en prognoses ging het CPB uit van een doorsnee gezin met 2 kinderen en een salaris dat het meest in Nederland voorkwam. Inmiddels is de term ‘Jan Modaal’ helemaal ingeburgerd en eigenlijk ook niet meer los te koppelen van de inkomenspolitiek. Overigens blijkt dat veel gezinnen zich helemaal niet meer herkennen in deze statische Jan Modaal. Dit heeft er vooral mee te maken dat het ‘doorsneegezin’ van nu er heel anders uitziet dan het gemiddelde gezin in 1968. Daarbij zijn er nu ook veel meer tweeverdieners dan destijds waardoor het veel “modaler” is om als gezin anderhalf salaris binnen te krijgen. Daarbij komt dat bij de koopkrachtberekening voor Jan Modaal geen rekening wordt gehouden met hypotheek of huursubsidie. Dat terwijl de bezuinigingen op dat gebied wél een groot en direct effect hebben op de koopkracht van een gezin

Naast modaal inkomen heb je ook andere inkomens aanduidingen

Mediaan inkomen

Door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt naast modaal inkomen ook de term  mediaan inkomen gebruikt. Het mediaan inkomen ligt halverwege de inkomensverdeling wat wil zeggen dat de helft van de inkomens hoger ligt dan het mediaan inkomen en de andere helft lager. 

Besteedbaar of secundair inkomen

Nog een ander begrip is het besteedbaar of ook wel secundair genoemd. Dit is het inkomen dat huishoudens te besteden hebben voor particuliere consumptie. Het besteedbaar inkomen bestaat uit het totale huishoudinkomen na optelling en aftrek van premies, inkomensoverdrachten en belastingen. Om tot dit inkomen te komen, wordt eerst het primair inkomen berekend. Dit primair inkomen, is het inkomen uit arbeid, onderneming en vermogen. Vervolgens wordt het bruto inkomen berekend; dit wil zeggen het primair inkomen plus uitkeringen, toeslagen en ontvangen inkomensoverdrachten. Tot slotte kan dan het besteedbaar inkomen berekent worden; het bruto inkomen minus sociale premies en belastingen op inkomen en vermogen. 

Gestandaardiseerd inkomen

De laatste term is het gestandaardiseerd inkomen. Dit is het inkomen op persoonsniveau en bestaat uit het individuele inkomen dat personen tot hun beschikking hebben. Hierbij wordt het totale besteedbaar inkomen van het huishouden gedeeld door een equivalentiefactor (een factor die aangeeft hoe zwaar ieder lid van een huishouden meetelt in de equivalente huishoudgrootte). Dit bedrag wordt vervolgens toegekend aan alle personen in dat huishouden waaraan twee aannames ten grondslag. De eerste aanname is dat personen in een huishouden hun inkomen delen (aan alle personen in het huishouden wordt namelijk hetzelfde inkomen toegekend). De tweede aanname is dat huishoudens een schaalvoordeel genieten naarmate ze groter zijn (de equivalentiefactoren stijgen minder hard dan de huishoudgrootte). Omdat deze aannames eigenlijk zelden helemaal juist zijn, geeft het gestandaardiseerd inkomen dus niet aan hoeveel geld een persoon exact tot zijn/haar beschikking heeft en is het gestandaardiseerd inkomen dus een inkomen bij benadering waarbij het inkomen dus wel gecorrigeerd wordt in verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden en waardoor alle inkomens herleid worden tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. 

Modaal inkomen en de ontwikkeling door de jaren heen. 

Was het modaal inkomen in 1970 volgens het CBS nog maar € 5.559 zagen we dat per jaar met bijna € 1.000 oplopen. Vanaf 1985 kwam daar (tot 1992) echter een verandering in en ging het modaal inkomen minder omhoog. Sindsdien zien we een wisselend beeld met als uitschieter 2001 waarin het modaal inkomen met maar liefst € 2.042 steeg. In 2005 zagen we zelfs dat het modaal inkomen lager was dan het jaar daarvoor en terug ging naar het modaal inkomen van 2003. In 2012 was er geen stijging ten opzichte van 2011. In 2018, 2019 en 2020 was het modaal inkomen respectievelijk € 34.500, € 35.00 en € 36.000. In 2021 zal dit stijgen naar € 36.500. 

Inkomen per beroep

In Nederland is het niet gebruikelijk om openlijk over je salaris te praten. Toch weten we inmiddels dat er binnen verschillende beroepen grote verschillen zijn qua inkomen. CBS doet regelmatig steekproeven om gegevens te verzamelen. In deze steekproeven gaan ze uit van een gemiddelde van minimaal 10 personen per beroep. Uit deze steekproeven is ook te zien dat er een verschil is in inkomen tussen mensen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven, overheid en gesubsidieerde sector. Daarnaast zijn er verschillen in leeftijd. 

Modaal inkomen in verhouding tot vaste lasten

Volgens Nibud is het gemiddelde huishouden meer dan de helft van het inkomen kwijt zijn aan de vaste lasten. Onder vaste lasten worden dan uitgaven als huur/hypotheek, gas, elektriciteit, water, lokale lasten, telefoon, televisie, internet, verzekeringen, onderwijs, kinderopvang, vervoer verstaan.  Een huishouden met een modaal inkomen en een gemiddelde huur is daarbij iets meer dan 55%  van het netto inkomen kwijt aan de vaste lasten. Voor iemand die leeft op bijstandsniveau is dit net boven de 50%. Het onderzoek wijst daarnaast uit dat een huishouden met een inkomen van 1,5 keer modaal en een gemiddeld koophuis, iets minder dan 45% betaald aan de vaste lasten.