Wat is globalisering?

14 jan 2021 | Economie

wat is globalisering

Luister naar het journaal en je hoort het voorbij komen. Lees de krant en je treft het woord regelmatig in artikelen op de pagina buitenland of economie. Globalisering. Een begrip dat eigenlijk al eeuwenoud is, maar vooral in onze tijd een enorme rol speelt. Met zowel positieve als negatieve gevolgen. Economen buigen zich hier dagelijks over. Over de gevolgen van de wereldwijde toename van economische, culturele en politieke integratie. De internationalisering van de wereldeconomie. 

De term wordt toegekend aan Theodore Levitt. Hij gebruikte het in 1983 in een artikel in het tijdschrift Harvard Business Review. Hij omschreef het als: “de veranderingen in sociale gedragspatronen en technologie die bedrijven in staat stellen om hetzelfde product over de hele wereld te verkopen”. Volgens een artikel in de New York Times was de term ‘globalization’ al veel eerder in omloop, in ieder geval vanaf 1944. Onder economen was de term al helemaal niet nieuw, die gebruikten ‘globalization’ al in 1881. Levitt maakte de term in ieder geval meer populair..

Globalisering houdt in dat we gemakkelijker dan ooit kunnen communiceren met mensen aan de andere kant van de wereld en handeldrijven met andere landen kent nauwelijks belemmeringen. Globalisering, door sommige mensen ook wel mondialisering genoemd, brengt mensen van verschillende landen bij elkaar. Zowel op economisch als cultureel vlak. Goederen, diensten, informatie en kapitaal komen samen. 

Open grenzen met een internationale samenwerking, universele regelgeving en een verspreiding van goederen, werkgelegenheid en kennis zijn een vorm van globalisering. Organisaties als de Verenigde Naties, de Europese Unie, de Wereld Gezondheidsorganisatie en Amnesty International zijn voorbeelden op het bestuurlijke en controlerende vlak. Door globalisering worden zo veel mogelijk regels weggenomen die een belemmering zouden kunnen zijn voor de vrije verplaatsing van goederen en kapitaal, van intellectueel eigendom tot boekhoud- en milieuregels. Echt van deze tijd. 

Globalisering is al eeuwenoud

Toch ontstond globalisering al eeuwen geleden. Zo was er rond 1300 voor Christus al een levendige handel rond de Middellandse Zee en in Mesopotamië gaande. En wat te denken van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). De VOC dreef in de zeventiende eeuw wereldwijd handel. 

Econoom Dani Rodriks schreef in zijn boek The Globalization Paradox: Democracy and the Future of the World Economy (2011) hoe economische globalisering historisch vorm kreeg, eerst via Europese landen die het aan hun koloniën en wingewesten oplegden, in de negentiende eeuw onder Britse vleugels en vanaf de Tweede Wereldoorlog onder Amerikaanse. Hij beschrijft economische globalisering als een door mensen gekozen en gestuurde ontwikkeling, die voorspoed en andere zegeningen kan brengen door het bieden van een grotere markt.

Daaruit zou de conclusie kunnen luiden dat globalisering altijd een positieve invloed heeft op de economie en de inwoners van de betrokken landen. Het zou de wereldeconomie verbeteren. Door het openstellen van de grenzen tussen landen worden handelstarieven gelijkgetrokken, werkgelegenheid meer verspreid en is er een uitwisseling van moderne informatietechnologie. 

Globalisering kan gemeenschappen ontwrichten

Economen menen dat er ook een andere kant aan globalisering kleeft. Dani Rodrik is er duidelijk over en vertelt in zijn boek dat globalisering ook gemeenschappen kan ontwrichten. De werkgelegenheid trekt regelmatig weg naar landen met de laagste inkomens, transport over enorme afstanden is slecht voor het milieu en nationale regeringen lijken steeds minder zeggenschap te hebben als de internationale organisaties meer stem krijgen. Kortom; grote bedrijven worden groter en zien hun omzet stijgen, de kleinere hebben het nakijken. Grondstoffen raken wereldwijd uitgeput en het milieu treft enorm veel schade. We komen dan wel internationaal dichter bij elkaar, maar er vindt ook verwijding plaats. Het grootste probleem is volgens economen dat de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer. Met andere woorden: de rijke landen varen er wel bij, de landen waarin armoede de toon voert, raken steeds verder achterop. 

Er ontstaat een gevoel van onrechtvaardigheid

Volgens economen is het van belang dat mensen de handelsovereenkomsten in internationale verdragen goed controleren en gericht sturen. Handel en technologie zouden in onze tijd de belangrijkste pijlers van de globalisering zijn. In ontwikkelingslanden is de technologie doorgedrongen nu mensen ook daar een mobiele telefoon bezitten. Dat betekent veel voor zo’n maatschappij en brengt veranderingen teweeg in het dagelijkse leven van de mensen. Qua handel betekent de globalisering dat er een groei kan plaatsvinden, maar ook dat bedrijven naar landen verhuizen waar de arbeidskrachten goedkoper zijn en het niet zo nauw wordt genomen met de regelgeving. Wat denken we daarvan? En wat zijn de gevolgen? In dat laatste geval, zo menen economen, moeten we middels zo’n handelsverdrag juist zorgen voor de benadeelden. Als dat niet gebeurt, groeien de verhoudingen tussen arm en rijk behoorlijk scheef. En ook tussen bedrijven onderling. Er ontstaat een gevoel van onrechtvaardigheid. 

Volgens econoom Rodrik ontstond deze ontwrichting van de globalisering in de jaren negentig. De jaren waarin ook de Wereldhandelsorganisatie (WTO: World Trade Organisation, 1995) werd opgericht. Deze organisatie controleert de naleving van afgesloten wereldhandelsverdragen. Econoom Rodrik meent dat de wereld toen een beetje begon door te slaan en de globalisering zich omboog naar een hyperglobalisering. Globalisering veranderde in een doel in plaats van een middel. Er ontstond een wereld ‘waarin alles wat een kostenpost betekende voor de internationale handel en investeringen een object was dat verwijderd moest worden.’

Daarentegen vond er ook nog wel eens een omkering plaats ten gevolge van de globalisering. Door het wereldwijd integreren van economische-, culturele- en politieke processen kon er binnen de betrokken landen een nationalisering plaatsvinden. 

Qua globalisering moet er een nieuwe balans worden gevonden

De conclusie luidt dat globalisering een groot goed is maar ‘dat de wereldeconomie gematigd open zou moeten zijn. Gemeenschappen en bedrijven moeten de mogelijkheid hebben om hun voordeel te doen met een grotere markt met behoud van de keuzevrijheid over zaken die zij belangrijk vinden: van veiligheid en belastingen tot intellectueel eigendom’, zo meent Rodrik. Er moet volgens hem een nieuwe balans worden gevonden. 

Groot-Brittannië is uit de Europese Unie gestapt. Dat is een geval van anti-globalisering. Hoe meer landen dat gaan doen, hoe groter de chaos, zo meent Rodrik. Hij ziet meer heil in akkoorden waarbij ‘de wereldeconomie in dienst staat van de sociale en economische behoeften van landen, in plaats van andersom’. Met een goede balans tussen de nationale staten en de wereldeconomie.