Wat is een longembolie?

4 aug 2022 | Gezondheid

De longslagader loopt van het hart naar de longen. Deze slagader vervoert zuurstofarm bloed naar de longen, om daar zuurstof op te nemen. Het zuurstofrijke bloed gaat vervolgens naar het hart. Bij een longembolie is de longslagader verstopt geraakt. Het woord embolie komt van embolus, dat (bloed)prop betekent. Doordat er een prop in de longslagader zit, kan het bloed minder zuurstof opnemen, waardoor de patiënt benauwd wordt. Het hart moet heel veel moeite doen om genoeg bloed door de longen te pompen. Als de prop aan het begin van de vertakkingen (bronchiën) van de longslagader zit, zijn de gevolgen het grootst, omdat de blokkade dan alle vertakkingen daarna blokkeert. Meestal bestaat de prop uit een stukje gestold bloed, maar het kan ook gaan om vet, lucht of een gezwel. In dit filmpje wordt uitgelegd hoe een longembolie ontstaat. Per jaar krijgen naar schatting zo’n 12.000 Nederlanders een longembolie.

Longembolie door Trombose?

Een longembolie is vaak het gevolg van trombose. Bij trombose raakt een bloedvat in het lichaam verstopt. Bij veneuze trombose sluit een bloedstolsel een ader af. Dat kan in de buik zijn, maar vaak is het in een van de benen. Dat noemen we een trombosebeen. Als een stolsel een slagader afsluit, dan heet dat arteriële trombose. 

Trombose kan onder andere ontstaan door:

  • – lang stilzitten
  • – na een operatie
  • – langdurige bedrust
  • – een zwangerschap
  • – de anticonceptiepil
  • – medicatie
  • – ouderdom
  • – genetische afwijkingen

Soms laat een deel van een bloedstolsel bij trombose los en komt via het bloed in de longen terecht. Dan ontstaat er een longembolie. 

Wat is een longembolie en wat zijn de verschijnselen?

Een longembolie wordt niet altijd door een bloedstolsel veroorzaakt. Door een botbreuk kunnen vetbolletjes uit het beenmerg voor een verstopping zorgen. Soms zijn luchtbellen in het bloed de boosdoener, bijvoorbeeld door een infuus of injectie. En in een enkel geval is de prop een stukje tumor. 

Bij 10% van de mensen die een longembolie krijgen volgt ook nog een longinfarct. Een deel van het longweefsel krijgt in dat geval bloed en dus geen zuurstof meer. Dat mag niet te lang duren, want dan sterft het weefsel af. 

Wart zijn Symptomen van een longembolie

De verschijnselen van een longembolie kunnen erg op die van een hartinfarct, een klaplong of longontsteking lijken. Deze klachten kunnen wijzen op een longembolie:

  • – Benauwdheid
  • – Druk op de borst
  • – Kortademigheid
  • – Gejaagde ademhaling
  • – Hoofdpijn
  • – Hoesten (soms met bloed)
  • – Hartkloppingen
  • – Pijn bij zuchten en hoesten
  • – Flauwvallen
  • – Zwelling en pijn in het been
  • – Bleke gelaatskleur
  • – Zweten
  • – Verhoging

Longembolie door Stollingsafwijking

Niet alleen ouderen krijgen een longembolie; het kan ook bij jonge mensen voorkomen, bijvoorbeeld door een erfelijke stollingsafwijking. Ons lichaam maakt stoffen aan die ervoor zorgen dat er geen bloedstolsels ontstaan: antitrombine en proteine C en S. Bij een tekort aan een van deze stoffen stolt het bloed sneller dan normaal. Daardoor is de kans op trombose groter. En trombose kan weer leiden tot een longembolie, 

Wat is een dubbele longembolie?

Soms zitten er meerdere propjes in de longslagader en zijn er meerdere vertakkingen van de ader afgesloten. Dan is er sprake van een dubbele longembolie. 

Wat is een acute longembolie?

Een obstakel in de longslagader is natuurlijk riskant, zeker als het om een grote verstopping gaat. Bij een ruiterembolie is de slagader helemaal verstopt. Het bloed bereikt de longen niet meer en dat is levensgevaarlijk. De patiënt kan flauwvallen en een hartstilstand krijgen en moet dan ook onmiddellijk naar het ziekenhuis. Opname op de IC is nodig om te zorgen dat het lichaam weer voldoende zuurstof krijgt. De grote prop wordt behandeld met bloedverdunnende medicijnen. Heel soms is een operatie nodig om het stolsel weg te halen.

Herstel na een longembolie

Het doormaken van een longembolie gaat vaak gepaard met angst. Het herstel is vaak zwaar en er is meestal ook psychische zorg nodig. Omdat iemand na een ruiterembolie een grotere kans heeft op een nieuwe embolie, zal hij of zij antistollingsmedicijnen moeten slikken. Verder is het verstandig om voldoende te bewegen, niet te roken, gezond te leven, veel water te drinken en eventueel steunkousen te dragen. Ook het stoppen met de pil verkleint de kans op een nieuwe embolie. 

De helft van de mensen die een longembolie hebben gehad houdt langdurig klachten, zoals benauwdheid. Dit kan ervoor zorgen dat iemand niet meer durft te bewegen, met als gevolg een slechte conditie en soms depressiviteit. Dat heet het post-longembolie syndroom.

Wil je meer weten over een longembolie? Dan kun je bij het longfonds het boekje ‘Wat is een longembolie?’ bestellen