De Groninger blaarkop is een oer-Hollands rundveeras en is ontstaan in de Nederlandse provincie Gelderland. De Groninger blaarkop is een koe die zowel wordt gefokt en gehouden voor het vlees als voor haar melk. Vaak wordt gezien dat de blaarkop eerst gebruikt wordt voor de melkproductie, en wanneer de melkproductie afneemt, de koe wordt gemest voor de vleesindustrie. Wat is de geschiedenis van dit prachtige koeienras, hoe zien de koeien eruit en welk karakter past het beste bij de Groninger blaarkop?
Andere benamingen
Groninger blaarkop
Geschiedenis van de blaarkop
De blaarkop komt oorspronkelijk uit de Nederlandse provincie Groningen, maar werd ook wel gezien in de Rijnstreek tussen Utrecht en Leiden. Het ras dateert waarschijnlijk uit de late Middeleeuwen. Al vanaf de beginjaren van de Groninger blaarkop staat dit ras bekend als een typisch dubbeldoelras, van het vlees-melktype. Het ras is gefokt met iets meer nadruk op de vleesaanzet (60%), dan op de melkproductie (40%). Toch zijn de melkproductie en vleesproductie allebei zeer acceptabel te noemen.
Uiterlijk van de Groninger blaarkop
Koeien hebben een schofthoogte van ongeveer 138 centimeter en bereiken een gewicht van om en nabij de 600 kilo. Stieren zijn iets groter (148 centimeter) en wegen zo’n 800 kilogram. De Groninger blaarkop heeft een goede gezondheid, is sterk en er zijn weinig genetische en erfelijke aandoeningen binnen dit ras te vinden.
Kleuren van dit koeienras
De Groninger blaarkop heeft een egaal zwart of rood lichaam, met een witte kop, buik en staartpunt. Heel soms is het onderste deel van de poten wit, maar verder mogen er geen witte plekken op het lichaam zichtbaar zijn. Rondom de ogen is een zwarte of rode blaar (afhankelijk van de kleur van het lichaam) te zien, die wel of niet aan de hals bevestigd is.
Vruchtbaarheid en afkalven
De blaarkop heeft hard beenwerk en staat bekend om de grote vruchtbaarheid. Koeien staan bekend om het feit dat ze makkelijk afkalven, wat wil zeggen dat de geboorte van een kalf op een natuurlijke manier verloopt. Zelden is er ingrijpen van een veearts nodig.
Kwaliteit van het vlees
Het ras is goed bespierd en heeft lichte botten. Daardoor blijft er tijdens de slacht relatief veel vlees over, waardoor dit ras als slachtdier zeer geliefd is. Vooral op de rug en lendenen zit mooi vlees, maar ook op de dijen zijn prima stukken te vinden. De kwaliteit van het vlees is zeer goed en heeft een mooie marmering. Het beste vlees wordt verkregen wanneer de Groninger blaarkop leeft op een dieet van gras en kuilvoer. Door maïs kunnen de dieren snel vervetten, wat resulteert in vetter en slechter vlees.
Blaarkop: een koe met een goed aanpassingsvermogen
Het is een rundveeras met een zeer goed aanpassingsvermogen en ze eten vrijwel alles. Zelfs bij wisselende omstandigheden kan de blaarkop zich goed staande houden, waardoor ze zeer geschikt zijn als zoogkoe en natuurbeheerder. In de natuur eet de Groninger blaarkop zelfs berenklauw en ander ruwvoer dat door de meeste koeienrassen niet wordt gegeten.
Beenwerk
Benen zijn vierkant geplaatst met veel ruimte tussen de voorpoten, om de grote longen voldoende plek in de borstholte te geven. De achterpoten zijn recht, sabelbenigheid wordt bij dit ras afgekeurd. Steile achterbenen komen soms voor, zonder dat er direct problemen optreden. Klauwen zijn doorgaans gepigmenteerd en hard, waardoor problemen aan de klauw minder voorkomen dan bij andere rundveerassen.
Kop is vierkant en sprekend, een kromme neus of een smalle kop wordt afgekeurd. Horens zijn niet erg groot en mooi gevormd (druiphoorn).
Karakter
De Groninger blaarkop heeft een zeer rustig karakter en is aanhankelijk en goed benaderbaar. Daarom is het een rundveeras dat zowel op stal als in de natuur prima kan leven. Soms is de blaarkop wat eigenzinnig en stug, maar nerveuze dieren komen haast niet voor.
De koe heeft goede moedereigenschappen, en mensen mogen redelijk dicht bij haar kalf komen. Het wordt zelfs gezien dat koeien van dit ras ook kalveren van andere koeien zogen, zolang hun eigen kalf maar genoeg voeding binnen kan krijgen.
Gebruiksmogelijkheden van de blaarkop
De blaarkop is een typisch dubbeldoelras, dus geschikt voor zowel de melkproductie als vleeskoe. Het ras is gefokt met iets meer nadruk op de vleesaanzet (60%), dan op de melkproductie (40%). Toch zijn de melkproductie en vleesproductie allebei zeer acceptabel te noemen. Een blaarkopkoe geeft gemiddeld zo’n 7000 kilo melk per jaar, met een vetpercentage van 4,35% en een eiwitpercentage van 3,60%.
Tegenwoordig wordt de blaarkop ook steeds meer ingezet om andere rassen te verbeteren. Door te kruisen met bijvoorbeeld Holstein-Friesian koeien, krijg je door het heterosis-effect van de blaarkop sterkere HF-koeien. Omdat de HF steeds kwetsbaarder wordt met slecht benenwerk, worden de sterke eigenschappen van de blaarkop ingekruist. Ervaring heeft uitgewezen dat de melkproductie van de HF niet tot nauwelijks daalt, en dat kalveren geboren uit een kruising, niet minder melk geven, maar wel de sterke eigenschappen van de blaarkop overnemen.
Het vlees wordt gezien als lekker mals en sappig, en wordt vaak gebruikt door bekende chef-koks.
Verenigingen en stichtingen
Er is geen stamboek waar alle Groninger blaarkoppen worden ingeschreven. Wel zijn er vier (regionale) belangenverenigingen actief, die het ras promoten en ervoor zorgen dat er op een juiste wijze gefokt wordt. Ook is er sinds 2002 een stichting die opkomt voor de belangen van de blaarkop. De verenigingen en stichtingen zijn:
- Vereniging van Blaarkopfokkers (provincie Groningen, sinds 1921)
- Blaarkopstudieclub (regio Utrecht)
- Blaarkopvereniging Noord-Holland-Midden
- Blaarkopstudiegroep Gelderland/Overijssel (sinds najaar 2011)
- Blaarkopstichting (2002)
Zeldzaam huisdierras Nederland
De blaarkop is een zeldzaam Nederlands koeienras en is daarom opgenomen in het zeldzame huisdierrassen bestand van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Deze stichting promoot onbekende en zeldzame authentieke Nederlandse huisdieren en boerderijrassen, om het voortbestaan van de rassen te blijven garanderen.